Oosterzele - Thorenburgstraat Roosbroekstraat fietssnelweg - Scheldewindeke

Projectomschrijving

Jaar van uitvoering

2017

Opdrachtgever

logo provincie oost-vlaanderen

Ligging

Langs de spoorlijn Gent-Geraardsbergen, tussen de Roosbroekstraat en de Van Thorenburghlaan (Scheldewindeke, Oosterzele).

Fase

3
Ligging

Afbeeldingen
2017I305 Scheldewindeke Van Thorenburghlaan - Ferraris.jpeg
2017I305 Scheldewindeke Van Thorenburghlaan - Luchtfoto 1971.jpeg
Omschrijving

De Provincie Oost-Vlaanderen wenst een fietssnelweg aan te leggen langs de spoorlijn Gent-Geraardsbergen. Deze archeologienota heeft betrekking op het stuk dat de Roosbroekstraat en de Van Thorenburghlaan (Scheldewindeke, Oosterzele) met elkaar verbindt. Ten behoeve van het indienen van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voerde SOLVA een bureaustudie uit. De archeologische aanwijzingen voor menselijke activiteiten uit de prehistorie zijn bijzonder schaars voor de ruimere omgeving van het projectgebied. Enkel een toevalsvondst uit de midden-Neolithicum, op een hoger gelegen plateau, kan vermeld worden. Ook voor de metaaltijden is de informatie ontoereikend om uitspraken te doen over mogelijke sites. Cropmarks wijzen wel op de aanwezigheid van grafheuvels op ca. 1 km ten noorden van het projectgebied. De weinige resten uit de Romeins periode, mogelijk toebehorend aan een villa, liggen op meer dan 1 km ten zuidoosten van het projectgebied, op drogere zandleemgronden (type Lba en Lca). De historische kaarten tonen ook weinig bewoning en bebouwing voor de postmiddeleeuwse periode. In de 18de eeuw is enkel de ontginning van veen in het noordelijk deel van het projectgebied vermeldenswaardig. De andere gronden zijn voornamelijk ingenomen door meersen, grasland, bos en weides. Het is wachten tot het einde van de 19de en begin van de 20ste eeuw vooraleer de antropogene ingrepen het landschap veranderen. Met name de aanleg van de spoorwegverbinding tussen Gent en Geraardsbergen noodzaakt het aanleggen van een berm, waarop het grootste gedeelte van het projectgebied ligt.Gezien het lijnvormig tracé van de werken, het feit dat deze grotendeels zullen plaatsvinden binnen reeds ingericht terrein (spoorwegberm) en gelet ook op de natte bodems, is het potentieel op kennisvermeerdering dan ook zeer gering en een verder(e) archeologisch vooronderzoek/opvolging van de werken is dus, kosten-baten beschouwd, niet verantwoordbaar.

Contactpersoon
Bart Cherretté
coördinator onroerend erfgoed
053 64 65 36
0486 83 13 41