Aalst - Sint-Martinuskerk - Moorsel
Begin 2017 voerde de archeologische dienst van SOLVA een onderzoek uit in de Sint-Martinuskerk te Moorsel. Aanleiding vormde de geplande aanleg van een nieuw verwarmingssysteem, waarbij de voorziene locaties van de putconvectoren en de tussenliggende leidingen archeologisch onderzocht werden. Dit eerder kleinschalige onderzoek, met een beperkte oppervlakte en diepte, leverde enkele opvallende resultaten op.
Verschillende muurresten en zelfs enkele vloerniveaus zijn stille getuigen van de vele bouwfasen die de kerk in de loop van haar geschiedenis gekend heeft. Twee massieve funderingen in natuursteen - aangetroffen ter hoogte van het koor – hebben mogelijk zelfs toebehoord aan de Romaanse voorloper van de huidige kerk.
Naar de ingang van de kerk toe, troffen de archeologen de restanten van een zogenaamde ‘klokoven’ aan. In deze ter plaatse opgerichte oven voor eenmalig gebruik, werd op een bepaald moment een nieuwe klok voor de kerk gegoten. Deze praktijk was niet ongebruikelijk. Op deze wijze diende immers geen transport van zware kerkklokken meer te gebeuren. De klok diende enkel nog opgetakeld te worden tot in de kerktoren.
Het aantreffen van begravingen binnen een kerk, hoeft vanzelfsprekend niet te verbazen. Toch zorgde de aanwezigheid van een grote grafkelder ter hoogte van het koor voor een verrassing. Deze grafkelder behoorde toe aan Lucas Cayro, heer van Moorsel in de 17de eeuw, en zijn naaste familie. In de 19de eeuw, tijdens het vernieuwen van de kerkvloer, werd deze grafkelder ‘herontdekt’ en zijn de beenderen van de overledenen verzameld en elders in de kerk opnieuw begraven. Hierbij is men niet bepaald voorzichtig te werk gegaan, waardoor de tombe een sterk geplunderde aanblik vertoonde. Tussen de her en der verspreidde, beschimmelde planken en bakstenen konden evenwel nog enkele mooie vondsten gerecupereerd worden die vermoedelijk toebehoorden aan de overledenen