Aalst - Esplanadeplein
Stad Aalst plant op het Esplanadeplein de bouw van een ondergrondse parking. Tegelijkertijd zullen de rioleringen rond de parking en onder de Dendermondsesteenweg vernieuwd en ontdubbeld worden. Deze werfzone bevindt zich grotendeels binnen de archeologische zone van de Stad Aalst waardoor een archeologisch traject verplicht is.
Op basis van oude kaarten is geweten dat de laatmiddeleeuwse stadsomwalling aan de zuidzijde van het Esplanadeplein lag. Ter hoogte van de Kattestraat was er in de late middeleeuwen een stadspoort met een brug over de stadsgracht. Op de plaats waar nu de parking is, liep een weg, waarlangs huizen stonden. Zowel op de ondergrondse parking als op de locatie van nieuwe ontdubbelde riolering zal de bodemingreep een grote impact hebben op het bodemarchief.
Om een inschatting te kunnen maken van de restanten in de ondergrond en de bewaring ervan te bestuderen, is in het voorjaar van 2020 eerst een vooronderzoek gebeurt. Door op strategische plaatsen proefputten en sleuven aan te leggen kunnen zij een evaluatie maken van de archeologische restanten in de bodem.
Tijdens het vooronderzoek op het Esplanadeplein zijn er vooral sporen teruggevonden die te dateren zijn in de late of postmiddeleeuwen. De meeste sporen zijn bovendien te linken aan de verdedigingswerken van de stad Aalst. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat er op deze locatie ook oudere archeologische sporen te verwachten zijn die geen link hebben met de (laat)middeleeuwse stad Aalst.
De oudste sporen zijn te vinden in proefsleuf III. Het gaat om een grote structuur waarin verschillende scherven handgevormd aardewerk zijn gevonden. Het aardewerk is vrij homogeen van samenstelling, en is te dateren in de metaaltijden of vroeg-Romeinse periode. Deze structuur wordt oversneden door een kuil waar een scherfje Merovingisch aardewerk in zat. De sporen tonen dat de kans reëel is dat er tussen de grote uitgravingen ook oudere, goed bewaarde sporen te verwachten zijn. Waarschijnlijk vormde de Siesegembeek een belangrijke determinant in de ontwikkeling van de oudere occupatiefases. Aangezien er nergens in het onderzoeksgebied een in situ A of B-horizont is aangetroffen, is de verwachting voor holocene artefactsites eerder laag. Afhankelijk van de landschapsvorming is dit evenwel dichter bij de beek niet uit te sluiten.
In zone I, zone IV en zone VII zijn er kuilen gevonden die dankzij het vele vondstenmateriaal in de 14de-16de eeuw te dateren zijn. Dit is opmerkelijk aangezien de omwalling van de stad Aalst in de 13de eeuw te situeren is, en de structuren dus buiten de beschermende afbakening van de stad liggen. Tijdens het vooronderzoek zijn er enkel grote tot zeer grote kuilen met zowel ambachtelijk als huishoudelijk afval gevonden. De aanwezigheid van deze sporen doet vermoeden dat er ook bewoningssporen uit deze periode te verwachten zijn.
De (laat)middeleeuwse verdedigingswerken van de stad Aalst hebben op het Esplanadeplein een grote impact gehad op het aanwezige bodemarchief. De beperkte omvang van de proefputten liet niet toe om alle veronderstellingen op basis van het historisch kaartenmateriaal te controleren, waardoor sommige reconstructies voorlopig hypothetisch blijven zijn.
In zone V is een deel van de laatmiddeleeuwse stadsmuur teruggevonden. Het gaat om een bakstenen fundering die vooral bestond uit brokken baksteen en mortel. Op een plaats is een gewelf of boog tegen de muur aangebouwd, wellicht gaat het hier om een funderingsboog of steunbeer die de muur moest ondersteunen. Er is in deze zone geen opgaand muurwerk meer teruggevonden. Ten noorden van de bakstenen muur ligt een brede structuur die is opgevuld met pakketten die wellicht aflopen richting het noorden. Dit wijst er op dat het diepste punt van de structuur meer naar het noorden moet gelegen zijn. Deze pakketten zijn te linken aan de opvulling van de stadsgracht die voor de stadsmuur lag. Deze dempingspakketten zijn in de 17de of 18de eeuw te situeren. Ook in zone I is een deel van een grote structuur aangesneden die zowel qua vondstenmateriaal als qua vulling sterk te vergelijken zijn met de sporen uit zone V. Wellicht gaat het in zone I om dezelfde gracht als in zone V. Dit zou de totale breedte van de stadsgracht op zo’n 32 m brengen.
Proefput VI was op basis van historisch cartografisch materiaal zo ingepland dat de stadspoort (Kattestraatpoort) zou aangesneden worden. Deze is echter niet teruggevonden in de proefput, waaruit af te leiden is dat deze waarschijnlijk iets meer naar het noorden ligt. Aan de westelijke zijde van proefput V zijn er talrijke verstoringen aangetroffen. De verstoringen zijn gevuld met grote blokken kalkzandsteen die waarschijnlijk te linken zijn aan een (gedeeltelijke) afbraak van de stadspoort. De historische kaarten tonen allen een brug over de stadsgracht ter hoogte van de Kattstraatpoort. Deze is niet aangesneden tijdens het proefputtenonderzoek, en ligt wellicht in de rijweg aan de westkant van het Esplanadeplein.
Het noordelijke deel van zone I, volledig zone II en het westelijke deel van zone III worden volledig ingenomen door een zeer grote uitgraving. Wellicht gaat het over de verschillende sleuven heen om dezelfde structuur. De onderste dempingspakketten van deze structuur zijn te situeren in de 2e helft van de 16de eeuw. De bovenste finale demping is geleidelijk gebeurd in de tweede helft van de 18de of het begin van de 19de eeuw. Waarschijnlijk bij het in gebruik zijn van de zone als tuin.
Waarschijnlijk maakte deze grote structuur deel uit van de verdedigingswerken van de stad. De positie en oriëntatie van de structuur zou er kunnen op wijzen dat het deel uitmaakte van een extra versterking ter hoogte van de stadspoort. Naar analogie van gekende contemporaine voorbeelden kan de binnenruimte van de omgrachting voorzien zijn geweest van een aarden bouwwerk of bastion. De historische kaarten tonen bij alle stadspoorten een extra versteviging hetzij met waterwerken, hetzij met een meer uitgewerkt aarden bastion. Omdat de kaarten op sommige punten elkaar tegen spreken is het niet mogelijk om na te gaan welke kaart de exacte situatie weergeeft.
Een laatste groep sporen is te linken aan verschillende huizen die georiënteerd stonden op de weg die vanuit de Kattestraatpoort richting het noorden liep. Een deel van de structuren is gebouwd bovenop de vulling van de gracht, wat impliceert dat deze reeds enige tijd moet zijn gedicht alvorens de gebouwen daar konden gebouwd worden. In zone I is een grote kelder gevonden met daarrond verschillende kuilen en een waterput. Wat verder naar het noorden suggereert een tuinlaag dat er ook bewerking moet geweest zijn van de achtererven. Een tuinmuur vormt de scheiding tussen twee tuinen in zone I. In zone II gaat het om een bakstenen fundering, die als bijgebouw kan worden geïnterpreteerd. In heel de noordelijke zone van het Esplanadeplein zijn er tuinen en gebouwen te verwachten.
Het merendeel van de sporen zal te dateren zijn in de 17de-19de eeuw. Rond het midden van de 19de eeuw wordt het plein aangelegd en worden alle woningen gesloopt. De weg die tot daarvoor vanuit de stadspoort met een kronkel richting het noorden liep, verliest dan ook zijn karakteristieke verloop.
In de zomer van 2020 start een archeologisch onderzoek op het Esplanadeplein. Archeologisch onderzoek op deze plaats zal ons een heleboel leren over de laatmiddeleeuwse versterking van Aalst en de bewoning buiten de stadsmuren.